Veelhoeken roteren
Opdracht
Leer hoe je een veelhoek over een gegeven hoek kunt draaien met een schuifknop en je constructie kunt opsmukken door in het Algebra venster alle hulpobjecten te verbergen.
Instructies
1. | Creëer een willekeurige driehoek ABC in het tweede kwadrant door d ehoekpunten op roosterpunten te plaatsen. | |
2. | Creëer een nieuw punt D in de oorsprong. | |
3. | Hernoem het punt D in O. Tip: Selecteer het punt D en typ “O” om het Hernoem dialoogvenster te openen. | |
4. | Creëer een schuigknop voor de hoek α. Tip: Vink Hoek aan in het dialoogvenster van de Schuifknop en bepaal de toename als 90 ̊. Let op dat je het symbool voor graden ̊ niet wist. | |
5. | Gebruik de knop Rotatie met centrum over bepaalde hoek om de driehoek ABC rond het punt O te roteren over een hoek α. | |
Tips: Activeer de knop en selecteer de driehoek vooraleer je het draaipunt selecteert. In het dialoogvenster kan je nu α invullen als hoek en tegenwijzerzin kiezen. | ||
6. | Creëer de lijnstukken AO en A’O. | |
7. | Creëer de hoek AOA’. Tip: Selecteer de punten in tegenwijzerzin. | |
8. | Verberg het label van AOA’. | |
9. | Verplaats de schuifknop en verken het beeld van de driehoek. |
Probeer het zelf...
Smuk je constructie op
Je leer hoe je het Algebra Venster kan opruimen door sommige objecten te definiëren als Hulpobjecten en hun algebraïsche voorstelling te verbergen. Zo kunnen je leerlingen de coördinaten van de startpunten en de beeldpunten verkennen zonder afgeleid te worden door de algebraïsche voorstelling in het Algebra venster van de andere objecten in deze constructie.
Opmerking: Je kunt nu de Hulpobjecten tonen of verbergen via d eknop Hulpobjecten in de Opmaakwerkbalk van het Algebra venster.
1. | | Toon het Algebra venster via het menu Beeld . |
2. | | Selecteer alle lijnstukken in het Algebra venster. Tip: Klik op de koptitel Lijnstuk om meteen alle lijnstukken te selecteren. |
3. | | Open het Eigenschappenvenster van de lijnstukken via de Opmaakwerkbalk en vink in de tab Basis de optie Hulpobject aan. |
4. | | Herhaal de laatste twee stappen voor de driehoeken, hoeken en het punt O in de oorsprong. Tip: Het Algebra venster bevat nu enkel de punten A, B en C en hun beeld A’, B’ en C’. |