Draaibeeld van een lijnstuk
1 Teken het draaibeeld van [AB] door r(O,-ß) met -ß = -115°. Gebruik hiervoor de groene knop in de knoppenbalk.
2 Versleep A, B of O. Verander ß door de schuifknop te verplaatsen.
3 Vergelijk telkens de lengte van [AB] met de lengte van [A'B']. Wat stel je vast?
Welke eigenschap(pen) ontdek je hier?