6. | | Creëer een dynamische tekst typ rechte 1: in het dialoogvenster, klik op Geavanceerd en selecteer rechte_1 in de tab met beschikbare objecten. |
7. | | Creëer een dynamische tekst typ rechte 2: in het dialoogvenster, klik op Geavanceerd en selecteer rechte_2 in de tab met beschikbare objecten. |
8. | | Gebruik de Opmaakwerkbalk de teksten en de schuifknoppen dezelfde kleur te geven als de overeenkomende rechten. |
9. | | Creëer het snijpunt A van rechte1 en rechte2 via ofwel de knop Snijpunt(en) van twee objecten, of met het commando Snijpunten[rechte_1, rechte_2]
in de invoerbalk. |
10. | | Typ xcoördinaat = x(A) in het invoerveld van het Algebra venster.
Tip: x(A) geeft je de x-coördinaat van het snijpunt A. |
11. | | Definieer ook ycoördinaat = y(A) .
Tip: y(A) geeft je de y-coördinaat van het snijpunt A. |
12. | | Creëer een dynamische tekst met als statisch deel Oplossing:x = en selecteer xcoördinaat in de lijst met objecten in tab . |
13. | | Creëer een dynamische tekst met als statisch deel Oplossing:y = en selecteer ycoördinaat in de lijst met objecten in tab . |
14. | | Fixeer de teksten zodat je ze niet per ongeluk kunt verplaatsen. |