De opmaakwerkbalk
Hoe open je de opmaakwerkbalk voor een object?
Afhankelijk van de geselecteerde knop of object(en), biedt de Opmaakwerkbalk diverse opties om de kleur, afmeting en stijl van objecten in je constructie te wijzigen.
Je gebruikt de Opmaakwerkbalk voor een bepaald object als volgt:
- Selecteer het object dat je wil wijzigen in om het even welk venster.
- Klik op de knop Opmaakwerkbalk in het Tekenvenster.
- Wijzig de eigenschappen van de objecten volgens de aangeboden mogelijkheden in de Opmaakwerkbalk.
- Sluit de Opmaakwerkbalk of selecteer een ander object om ook zijn eigenschappen te wijzigen.
- Je kunt meer dan één object selecteren om er de tegelijk eigenschappen van te wijzigen (b.v. kleur, afmetingen van punten) door de Ctrl-knop ingedrukt te houden terwijl je op de objecten klikt.
- Je kunt ook het Eigenschappenvenster van een object openen, dat nog meer opties biedt om objecten aan te passen.
- Selecteer een punt en open de Opmaakwerkbalk. Verhoog de puntgrootte en verander zijn kleur.
- Selecteer een lijnstuk, verander de lijndikte en stijl, en toon zijn label.
- Selecteer de cirkel en probeer zijn ondoorschijnendheid en kleur te veranderen.
Probeer het zelf...
Hoe open je de Opmaakwerkbalk van een venster?
- Zorg er voor dat geen enkel object geselecteerd is.
- Klik op de knop Opmaakwerkbalk in de rechterbovenhoek van een GeoGebra venster om de Opmaakwerkbalk voor het actieve venster te openen. Opmerking: Elk venster heeft zijn eigen aangepaste Opmaakwerkbalk en knop.
Venster | knop | Opmaakwerkbalk |
Algebra venster | | |
CAS venster | | |
Tekenvenster | | |
3D tekenvenster | | |
Rekenblad | | |