Oefening 47, blz. 46 - Alcoholconcentratie
De concentratie C(t) van alcohol in het bloed (in promille) in functie van de tijd t (in uren)
Onderzoek het verloop van de concentratie C(t)
Toon aan dat de alcoholconcentratie het snelst afneemt op het tijdstip 2.t0, met t0 het tijdstip waarop de concentratie het grootst is.