Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

Oefening 26

Onderwerp:
Piramide
Gegeven is de piramide TABCD waarbij ABCD een rechthoek is. P is het midden van [TC].
  • Toon aan dat TA en PB kruisende rechten zijn.
  • Toon aan dat de hoek van de kruisende rechten TA en PB gelijk is aan de hoek tussen MP en PB.
  • Bereken die hoek als je weet dat TD loodrecht staat op DC en loodrecht staat op DA. Veronderstel dat |AB|=4, |BC|=3 en |TD|=4.