Oefening 3 blz. 93 Exponentiële groei (paard)
Thijs (T) koopt een veulen van 50 kg dat volgens hem 10 % per halve maand groeit.
a) Groeit dit veulen even snel als dat van Jonathan (J) dat 20 % per maand groeit (zelfde begingewicht) ?
b) Stel de formules op voor beide paarden en verklaar.