Oefening 4
Waar of vals?
Onderzoek of de volgende uitspraken waar of vals zijn.
(Bogaert, Geeurickx, Muylaert, Van Nieuwenhuyze, & Willockx, 2012)
1
Staan twee vlakken loodrecht op elkaar en trekt men door een punt van het ene vlak de loodlijn op de snijlijn van beide vlakken, dan staat die loodlijn loodrecht op het andere vlak.
2
Staan twee vlakken loodrecht op elkaar en trekt men door een punt van het ene vlak de loodlijn op het andere vlak, dan ligt die loodlijn in het eerste vlak.
3
Als twee loodrechte vlakken gesneden worden door een derde vlak, dan staan de snijlijnen ook loodrecht op elkaar.
4
Als een rechte loodrecht staat op de snijlijn van twee vlakken, dan staat ze loodrecht op beide vlakken.
5
Door een punt, niet op een rechte gelegen, bestaan er verschillende loodlijnen op die rechte die de gegeven rechte loodrecht snijden of kruisen.