knopen en bogen in GeoGebra
GeoGebra en grafen
In GeoGebra kan je niet rechtstreeks een graaf definiëren.
Wel kan je van lijnstukken actieve of niet-actieve bogen maken.
Punten met spoor gebruik je om wandelingen en paden te onderzoeken.
Verken het applet
stappenplan
| 1. Selecteer de knop Punt en creëer de punten A, B en C. |
| 2. Selecteer de knop Lijnstuk en creëer de lijnstukken f als [AB], g als [AC] en h als [BC]. |
| 3. Definieer via het invoerveld de variabelen kleurAB=false, kleurBC=false en kleurAC=false. |
| Definieer de scripting commando's om de variabelen te wijzigen bij klikken:
|
| Bepaal de dynamische kleuren van de lijnstukken, afhankelijk van de variabelen:
|
| 4. Definieer via het invoerveld volgende variabelen: graadA = kleurAB + kleurAC, graadB = kleurAB + kleurBC en graadC= kleurAC + kleurBC. |
| 5. Selecteer de knop Tekst en toon in een dynamische tekst de graden van A, B en C. Tip: Klik in het tekstvenster op het driehoekje voor Geavanceerd, selecteer de tab met het GeoGebra logo en selecteer de graden in de lijst met reeds gedefinieerde objecten. |
| 6. Selecteer de knop Punt en creëer een bijkomend punt D. Rechtsklik op het punt en vink de optie Spoor tonen aan. Kies in de opmaakwerkbalk een aangepaste puntstijl en puntgrootte. |
| Selecteer de knop Actieknop invoegen en creëer een knop met als scripting commando: Inzoomen(1) om het spoor van het punt D te wissen. |