Van toenamediagram naar grafiek + opgaven 11 en 12
Voorbeeld
Uit een toenamediagram kun je de grafiek van de functie weer samenstellen. Je moet daarvoor wel een punt van die grafiek weten, anders weet je niet waar je moet beginnen.
Je ziet een toenamediagram met stapgrootte 0,5. Stel dat de grafiek door het punt (0,10) moet gaan. Sleep eerst het rode punt in de figuur. Je ziet de grafiek van de functie verschijnen.
Je kunt dan vanuit het toenamediagram een tabel maken. Je weet dat de grafiek door (0,10) gaat. Kijk goed hoe je de y -waarden kunt vinden van punten die x -waarden links van 0 hebben.
x | -2,5 | -2 | -1,5 | -1 | -0,5 | 0 | 0,5 | 1 | 1,5 | 2 | 2,5 | 3 |
y | -5 | 4 | 9 | 11 | 11 | 10 | 9 | 9 | 11 | 16 | 25 | 39 |
Δ y | 14 | 9 | 5 | 2 | 0 | -1 | -1 | 0 | 2 | 5 | 9 | 14 |
Opgave 11
Bekijk het toenamediagram van de grafiek van een functie f waarvoor geldt: f(0) = 4.
a. Maak de tabel van functie f.
b. Teken een mogelijke grafiek van f.
c. Waarom weet je nooit precies hoe die grafiek loopt?
Opgave 12
Bekijk de twee toenamediagrammen.
a. Teken bij het eerste toenamediagram een mogelijke grafiek als gegeven is dat deze grafiek door het punt (2,3) gaat.
b. Teken bij het tweede toenamediagram een mogelijke grafiek als gegeven is dat deze grafiek door het punt (1,-3) gaat.