Oefening op de basishoeken in een gelijkbenige driehoek (3)
1 Teken de bissectrice van  in het blauw en noem ze b. (KNOP 4)
2 Teken de hoogtelijn uit A in het rood en noem ze h. (KNOP 4)
3 Teken de zwaartelijn uit A in het groen en noem ze z. (KNOP 2 en KNOP 3)
4 Teken de middelloodlijn van [EO] in het oranje en noem ze m. (KNOP 4)
5 Zorg telkens voor de nodige merktekens.
6 Wat stel je vast?