barokstemmingen in detail

We kunnen de afwijkingen t.o.v. de gelijkzwevende stemming het best vergelijken door ze uit te drukken in cent. 100 cent komt hierbij overeen met een halve toon in de gelijkzwevende stemming. In volgende tabel lees je de waarden af voor twee toonaarden. We starten in het centrum van de kwintencirkel met de toonaard in C (do groot).
toonaard C t.o.v. gelijkzwevend      secunde    terts    kwart    kwint    sext    septime  
rein+8-14-2+2-16-12
middentoonstemming-7-14+2-3-10-17
Rameau-7-14+2-3-10-17
Werckmeister-7-9+2-30-6
Kirnberger-7-14+2-3-10-12
Valotti-4-7+2-2-5-8
Opvallend is dat de gelijkzwevende terts die we kennen veel hoger is dan in al de barokstemmingen. Dit komt omdat gekozen wordt voor reine tertsen, die kleiner zijn dan in onze gelijkzwevende stemming. Werckmeister en Vallotti kiezen voor iets minder reine tertsen om gemiddeld beter te scoren over het geheel van de toonaarden. Ze gaan meer in de richting van een gelijkzwevende stemming.
toonaard E t.o.v. gelijkzwevend     secunde    terts    kwart    kwint    sext    septime  
rein+8-14-2+2-16-12
middentoonstemming-7-14+2-3-10-17
Rameau-1+3+2-30+4
Werckmeister-1+3+2+20+4
Kirnberger+4+6+3+2+4+8
Valotti+1+4+2-2+2+6
De toonaard E (mi groot) is in de kwintencirkel 4 stappen verwijderd van C. De verschillen tussen de stemmingen vallen nu meer op, zeker in de tertsen. Vallotti blijft ook hier heel dicht bij de gelijkzwevende stemming. Het verschil tussen de afwijkingen in de toonaarden C en E is bij hem ook veruit het kleinst. 

stemmingen en muziek

In de stemming 1/6e komma getemperde stemming van Vallotti  zijn de onderlinge verschillen het kleinst. De optie 'de absolute reine toon opgeven ten voordele van kleinere verschillen' gaat dan ook het meest in de richting van een gelijkzwevende stemming, waarbij de verschillen gelijkmatig verdeeld worden over alle tonen. Reine tonen worden opgegeven ten voordele van de flexibiliteit tussen toonladders.