Oefening op de puntspiegeling (1)
Gegeven
Coördinaat van A = (2,0) , coördinaat van B = (-2,1) en coördinaat van C = (-3,-4)
Gevraagd
Teken de spiegelbeelden van A, B en C door een puntspiegeling met centrum O en noem de beelden A', B' en C'. Coördinaat van O = (0,0). (KNOP 9)
Bepaal de coördinaten van A', B' en C'.