Versleep de rechte
Oefeningen met "Versleep de rechte"
Teken de symmetrieas, de asymptoot, ... Je kunt diverse oefeningen bedenken waarin je een rechte moet tekenen. In volgend applet wordt gevraagd de grafiek te tekenen van een eerstegraadsfunctie door twee punten te verslepen.
Je gebruikt dus een rechte als grafisch object om de grafiek voor te stellen in plaats van een functie te definiëren.
Kijk in hoe het werkt, volg het stappenplan en probeer het zelf.
Stappenplan
]
| 1 | | Typ het commando Schudden({-2,-1,1,2}) en creëer de lijst l1. |
| 2 | | Typ het commando a = l1(1) en creëer het getal a, verschillend van 0. |
| 3 | | Typ het commando b = ToevalsgetalTussen(-3, 3) en creëer het getal b. |
| 4 | | Typ het commando Veeltermfunctie(a x + b) en creëer een functie f. Opmerking 1: Met dit commando zorg je ervoor dat de vergelijking niet getoond wordt als f(x)= 1x + 2 of f(x) = 0x +2. |
| 5 | | Typ het commando opl: y = a x + b en creëer de rechte opl. Dit is de rechte waarmee de getekende rechte vergeleken wordt. |
| 6 | | Typ het commando (-6, -5) en definieer een punt A. |
| 7 | | Typ het commando (-4, -5) en definieer een punt B. |
| 8 | | Typ het commando ant = Rechte(A, B) en definieer een rechte door A en B. Definieer in de instellingen de dynmische kleuren van de rechte. |
| 9 |  | Selecteer de knop Actieknop invoegen met label nieuwe opgave en scripting commando's UpdateConstructie() om de toevalsgetallen te herberekenen. SetValue(A,(-6,-5)) en SetValue(B,(-4,-5)) om de punten A en B terug op hun beginpositie te plaatsen. |
| 10 |  | Selecteer de knop Teks and type the dynamische tekst Teken de grafiek van f(x) = f door de rode punten te verslepen. Selecteer f in de lijst met objecten. |